2 oktober 2018 - Madjene - Baroega

Waarin ik spreek met zonen van strijders. Verhalen, foto’s. passages in mijn boek onderstreept. Sharing history. Waarin Pak Haji het geluid van fluitende kogels van 72 jaar geleden nadoet. Ik spreek met Ishar Zaimuddin, Safruddin en Eddy Roos.

Ishars vader was Zaimuddin Muhammed, een neef van de oprichter van de verzetsbeweging GAPRI 5-3-1. Eddie's vader smokkelde wapens van Borneo (Kalimantan), vanuit Balikpanan naar Madjene. Dat schip heette Angse Dua, de tweede zwaan. De vader van Eddy, Abu Rugaia, was eigenaar van het schip. Ze hebben lang gewacht op een bespreking zoals nu, zeggen ze. De lokale overheid heeft weinig aandacht voor hun verhaal. Als ik vertel dat de GAPRI in de Nederlandse inlichtingen en politieke rapporten beschreven staat als een serieus gevaar voor Nederland reageren ze verheugd. Mooi, mooi! ‘Especially the pages 183 to 200 are very relevant for us’, vertaalt Andre. Ze zien zichzelf als zeer relevant voor de strijd tegen Nederland. Hun exemplaren van mijn boek zijn voorzien van gele stickers, strepen en notities.

GAPRI 5-3-1 was opgericht in kampong Baroega (nabij Madjene, alle genoemde kampongs liggen naast elkaar in het uitgestrekte berglandschap). De beweging GAPRI was eigenlijk gaan groeien vanaf 1921, toen handelaren van zijden sarongs, afkomstig uit Maleisië, Singapore en Surabaya, hun politieke ideeën bespraken met de bewoners van kampong Baroega. Na de Japanse capitulatie verliep de strijd ineens erg hard.Het was nu of nooit.

Ik vraag of de jongens van GAPRI destijds hadden ingeschat of ze deze strijd zouden winnen of verliezen. Ze denken na over wat hun vaders daarover gezegd hebben. 50-50, zeggen ze. Het hing erom. Het had ook zomaar verkeerd kunnen aflopen.

Op 17 oktober 1946 landt een boot met wapens op de kust bij Madjene. Maar veel wapens zijn het niet. De GAPRI had vooral krissen, klewangs en speren. De oudste zoon roept trots uit: ons belangrijkste wapen was patriottisme!’ Er werd geld ingezameld onder de bevolking.

De imam van Baroega was de meest gezochte persoon van de kampong. Het blijkt dat de ambtenaar die gisteren een opmerking maakte over het woordgebruik ‘terrorist’ dan wel ‘vrijheidsstrijder’, de kleinzoon is van imam Baroega. Wanneer imam Baroega predikte, riep hij op tot verzet tegen Nederland. De GAPRI bestond uit een hoofdkwartier van 200 man, met daarnaast nog 100 man op uitkijkposten. De meeste leden waren van Baroega, met een enkeling van Kalimantan (Borneo) en Java. Ze waren doodsbang voor spionnen, mata-mata’s. Hoewel de zonen aangeven dat hun vaders hadden gezegd dat je die toch wel meteen herkende. Die waren ‘anders’.

De regio was al gepolariseerd en evolutionair, maar met elke stap van de Nederlanders werd de republikeinse actiebereidheid verstevigd. De zonen halen een incident aan uit 1905, toen een Nederlands marineschip de kust van madjene beschoot. Toen was er al spanning, maar door gebrek aan organisatie kwamen er destijds geen goedgerichte acties van de grond. Na de actie van 1 februari 1947 in Galoeng Lombok werd het een paar dagen rustig, de strijders doken onder. GAPRI ziet zich gedwongen haar hoofdkwartier 7 keer te verplaatsen.

De grote voorvrouw van GAPRI was Ibu Maemuna (spreek uit: maimuna). Zij was geboren in 1916, dus in 1946 was ze 30. Ze was lerares en samen met haar man leidde ze de beweging. Op 1 februari 1947 zat ze in de gevangenis in Madjene en daardoor overleefde ze de oorlog. Ibu Maimuma was our gatekeeper, you know. She was tortutured.

Een opvallend element is dat in de naburige kampong een andere verzetsbeweging, de KRIS-MOEDA, eveneens werd geleid door een vrouw, Ibu Depoe (die een bruid tijdens de huwelijksceremonie doodstak). Vrouwe Depoe en vrouwe Maemuna werden gisteren op de universiteit nog samen genoemd, maar de zonen van de GAPRI-voormannen geven duidelijk aan dat GAPRI de hete kooltjes uit het vuur heeft gehaald, al wordt ook gezegd dat KRIS-MOEDA ook mensenlevens heeft geofferd. Een probleem bij de latere erkenning van beide strijdgroepen is dat de KRIS ten tijde van de oprichting betere contacten had in de oude vorstendommen en politiek. GAPRI ervaart weinig aandacht van de overheid in Makassar en Jakarta.

En dat is te zien aan het monument dat is opgericht op de plek waar ooit hun hoofdkwartier stond. Het valt nog net niet om. Zwaar gehavend, met scheuren in het beton, overal bouwpuin en vergane kokosbladeren, graven zijn geheel ingestort. Het is een treurige aanblik.

Dan gaan we naar Pak Haji in kampong Baroega. Onderweg staan we een paar keer stil, de zonen wijzen mij de routes aan die de bewoners van verschillende kampongs lopend hebben afgelegd. Geschiedenis is hier van de straat af te schrapen. Ik probeer een kaart van de wandelroutes te maken. Reisgids naar het historische executieterrein van Galoeng.

Pak Haji is heel klein, 4 jaar, als hij met zijn ouders op het grasveld in Galoeng Lombok zat. Hij was met zijn moeder meegegaan en zat tussen de vrouwen. Haji vertelt dat zijn vader werd doodgeschoten. Dan komt hij iets naar voren zitten, buigt zijn hoofd voorover, legt zijn hand in zijn nek en zegt dat zijn tante zijn hoofd naar beneden drukte toen de kogels in het rond vlogen. Hij maakt het geluid van sissende kogels die langs zijn oren vlogen. Voor heel even zijn we 72 jaar in de tijd terug. Pak Haji komt dan weer tot zichzelf en op mijn vraag of hij iets van Nederland verwacht, zegt hij zich af te vragen of de daden van destijds vallen onder ‘war crimes’ of ‘violation of human rights’.

Pak Haji is hoofd van de geestelijken in de kampong, de Ulama’s Hij komt geregeld op de school tegenover zijn huis. Ook vertelt hij zijn kinderen en kleinkinderen het verhaal, maar het is lastig in te schatten of de kleintjes het allemaal begrijpen. Pak Haji lacht matig en beheerst. Ik meen in zijn gezicht diepe pijn te lezen.

We rijden terug. We nemen afscheid van de zonen op de Y-splitsing, een ‘fork in the road’. De weg naar Galoeng heet Jalan Korban 40000 Jiwa, weg van de 40000 slachtoffers. ‘Will you visit us at the beginning of next year? We would like to talk about this further and compare details!’ ‘Sharing facts and emotions’, voeg ik toe. Een hartelijk lachen. Yes yes yes!

Meer Blogs