22 september 2018 - Jakarta

Aan boord van de KL0809, boven de Golf van Bengalen. Het is technisch gesproken midden in de nacht, maar de zon schijnt feller dan ooit. Tijd om de klokken van de geschiedenis gelijk te zetten.

Nog enkele uren te gaan en ik land in Indonesië. Ik ben er nooit geweest, en dit verbaasde velen. De beschrijvingen in mijn boek van militaire expedities in de bergen gaven velen de indruk dat ik ter plaatse research had verricht. Dat is niet zo. Ik ben een papieren man. Door getuigenverhoren, militaire handboeken en gesprekken heb ik mij een beeld gevormd. Dat beeld is zo sterk geworden dat ik nu het gevoel heb naar een land te reizen waar ik vertrouwd mee ben. Het woord ‘Indonesië’ is een vaak uitgesproken woord in ons gezin. Uit alle contacten krijg ik daarnaast het gevoel dat ik welkom ben. Alle gesprekken die de uitgever en ik hebben voorgesteld, worden enthousiast ondersteund door voorzitters van universiteiten en veteranenclubs. Indonesiërs hebben tot nog toe laten voelen over het verleden te willen praten.

Gevoelig - In Nederland is altijd gezegd dat dit onderwerp - koloniaal geweld- gevoelig ligt. Maar wat weten we van de gevoeligheid in Indonesië? Wat weten we van de meningen en gevoelens in Indonesië? Weinig. Een paar Nederlanders beweren goed te weten waaraan ‘de Indonesiër’ behoefte heeft. Excuses. Geld. Een knieval van gezagsdragers. Maar een vriendelijke jongen die mijn bagage in mijn hotelkamer neerzit en beleefd en zelfverzekerd vraagt of ik voor vakantie in zijn land ben, kijkt verrast op. Oh yes, history, long time ago. Hij lacht en hij kan het nauwelijks plaatsen. Ik ga nog ontdekken of men in dit werelddeel zit te wachten op welk gebaar dan ook.

Komende drie weken zal ik op het kleinst mogelijke intermenselijke niveau uitzoeken hoe men erover denkt. Ik zal acties waaraan mijn vader deelnam beschrijven met woorden zoals geen Indonesiër ooit nog had gedacht dit uit de mond van een Belanda te horen. Ik zal tegenover mensen zitten die mijn vader heeft beschouwd als terroristen.

Zal het mij lukken onaangename versies van mijn vaders militaire acties aan te horen? Zal het Indonesiërs lukken de mens in mijn vader te zien?

1945-1946… contra guerrilla avant la lettre. Volstrekt niets wist hij toen mijn vader in 45 vertrok naar Nederlandsch-Indië. Maar toen hij er eenmaal rondliep heeft hij alles aangevoeld, zo schat ik in. Je moet er geweest zijn om het te kunnen begrijpen. Aan beide zijden waren de oren dichtgestopt en werkten de politieke en militaire stemmen als geweldsapparaten. Bij mijn veldwerk de komende weken zijn grote oren en een bescheiden stemgeluid mijn belangrijkste instrumenten.

Meer Blogs